Levenhypotheek

Bij een traditionele levenhypotheek beleg je in een levensverzekering om de hypotheek aan het einde van de looptijd af te kunnen lossen. De einduitkering kent een minimumgarantie in tegenstelling tot een beleggingshypotheek. Door winstdeling wordt de einduitkering hoger als de betrokken verzekeraar (meer) winst maakt.

Het grote voordeel van een levenhypotheek is dat er een gegarandeerd eindkapitaal is. Daarnaast los je niet direct af op de hypotheek. Hierdoor blijft gedurende de gehele looptijd de rente aftrekbaar (geldt alleen voor hypotheken afgesloten vóór 1 januari 2013).

Een nadeel van de levenhypotheek is dat door de vaak hoge beleggings- en/of verzekeringskosten de premie meestal hoger is dan bij een spaarhypotheek. Een ander nadeel is dat vooraf niet bekend is of er aan het einde van de looptijd voldoende kapitaal opgebouwd zal zijn om de hypotheekschuld af te lossen. Dit doordat je voor de kapitaalopbouw voor een groot deel afhankelijk bent van winstdeling en de hoogte hiervan is weer afhankelijk van beleggingsresultaten.